17 juli 2016

Dana ofwel vrijgevigheid

Dana ofwel vrijgevigheid

Alles in de wereld is met alles verbonden. Als je kunt inzien dat we niet afgescheiden zijn van elkaar, dan kan er vrede ontstaan in de wereld. Vanuit dit gevoel van verbondenheid kun je besluiten een meer hulpvaardig en vrijgevig leven te leven. Tegelijkertijd als je meer vanuit vrijgevigheid leeft, ga je steeds meer ervaren dat we allen verbonden zijn. Wanneer we geven, ontvangen we ook.

Dana betekent ruimhartigheid of vrijgevigheid. In het Boeddhisme is het één van de eerste vaardigheden om te ontwikkelen, zelfs voor de zitmeditatie. Maar ook in het Christendom en andere religies staat vrijgevigheid hoog in het vaandel. Vrijgevigheid verbindt zich met een innerlijk gevoel van overvloed, een gevoel dat we genoeg hebben om te delen.

Vrijgevigheid, gul zijn, royaal zijn, in woord of gebaar of gift of geld. En er vervolgens – oh uitdaging – niets terug te verwachten. Liefdadigheid is ook een glimlach geven, zonder er één terug te verwachten.

Vrijgevigheid en begeerte gaan niet samen. Vrijgevigheid, jaloezie en boosheid gaan ook niet samen. Dus door het versterken van je vrijgevigheid bouw je veel negatieve eigenschappen af. Vrijgevigheid heeft een enorme kracht, omdat ze uit een innerlijke bron voortkomt van opgeven of loslaten. En brengt ons bij een diepe kennis van vrijheid.

Iets wat in deze tijd van rijkdom en onrust in het Westen een mooie vaardigheid is om te cultiveren. Tegelijkertijd is het ook een enorme uitdaging. Voor dat je het weet zit er bewust of onbewust een andere reden of verwachting achter je actie. Je verwacht een bedankje, een actie terug of hoopt er in de toekomst voordeel van te hebben.

Het ook accepteren dat mensen gewoon zijn zoals ze zijn is een vorm van geven. En dit geld ook zeker naar jezelf. Vrijgevig zijn in de mildheid naar jezelf en loslaten van je oordelen over jezelf.

Vanuit de oude geschriften bestaan er 3 vormen van vrijgevigheid

• Er bestaat zoiets als ‘weifelend geven’. Iets wat je hebt en denkt toch niet meer te gebruiken en dan besluit dit weg te geven. Iemand anders is geholpen en dit geeft een gevoel van verbondenheid.
• Dan heb je zoiets als ‘vriendelijk geven’. Hierbij deel je zoals je met familie of vrienden deelt. Het delen van je tijd, je energie, dingen die je bezit. Delen wat je vaak een gelukkig gevoel in je hart geeft.
• En dan bestaat er ‘koninklijk geven’. Waar je met blijdschap je tijd, energie, het mooiste wat je bezit aan iemand anders geeft. Een gulle manier van geven.

Alle drie de manieren zijn waardevol en leren ons hoe we geven zonder aan een zelfbeeld of regels te voldoen. En leren ons werkelijk gelukkig te worden.
Op het moment dat we zuiver geven zijn we werkelijk één en valt de houding van verdeeldheid en scheiding aanbrengen weg. Waardoor we vreugde leren kennen, een pure, ongehinderde, vrijuit stromende verrukking.

De bewogenheid van het hart bij vrijgevigheid weerspiegelt de bewogenheid van het hart als we loslaten op onze innerlijke reis. Loslaten – opgeven, achterlaten – is in feite dezelfde gemoedstoestand als vrijgevigheid. En heeft hiermee een grote invloed op de meditatiebeoefening en omgekeerd. De stabiliteit van deze innerlijke vreugde en innerlijke ruimte geeft ons de kracht om werkelijk naar alles te kunnen kijken dat in ons hart opkomt en de flexibiliteit om het dan weer los te laten.

Als we leren te geven groeit er in ons een besef van moed, kracht en helderheid die ons in zowel moeilijke als in minder moeilijke situaties beschermt. We beoefenen vrijgevigheid steeds weer naar anderen en naar onszelf. Zodat deze vrijgevige kracht groeit totdat het zoiets natuurlijks voor ons wordt dat dit is wie we zijn.

Gebruikte literatuur
• Brahmavihara retraite – Jotika Hermsen
• Liefdevolle vriendelijkheid, een ander perspectief op geluk – Sharon Salzberg
• Op zoek naar het hart van wijsheid – Joseph Goldstein & Jack Kornfield